Vormen van (peer) feedback
Leerlingen leren tijdens de lessen feedback te vragen en te geven op elkaars teksten, met het doel de tekst te verbeteren. Feedback vragen en geven gebeurt op verschillende manieren:
Elkaars teksten lezen en elkaar helpen de tekst te verbeteren
- Een schrijfmaatje loopt de tekst na met behulp van een checklist. De checklist kan bestaan uit alleen ja/nee-vragen of een kolom voor ‘Hoe kan de tekst beter? Wat wil je veranderen?’
- Een schrijfmaatje loopt de tekst na op bepaalde kenmerken (woorden, zinnen, inhoud) en markeert die.
- Een leerling laat de geschreven tekst hardop voorlezen door een andere leerling.
‘Test je tekst’
Een lezer leest de tekst hardop denkend, de schrijver (leerling) ziet hoe de lezer op zijn of haar tekst reageert, en merkt waar de tekst nog verbeterd zou kunnen worden. Deze vorm van feedback kan goed toegepast worden bij beschrijvingen en instructieteksten:
- Lukt het de lezer om het beschreven voorwerp te herkennen in een verzameling gelijksoortige voorwerpen?
- Lukt het de lezer om de beschreven instructies (recept of handleiding) correct uit te voeren?
Lezersfeedback kan ook verkregen worden door de lezer te vragen of het doel volgens hem of haar bereikt wordt.
Het bekijken/beluisteren van lezers die een keuze maken uit een reeks teksten
Een groepje leerlingen vormt een redactie die moet kiezen welke teksten namens de klas verzonden zullen worden, of gepubliceerd. De overige leerlingen kijken/luisteren naar de redactievergadering, en maken eventueel aantekeningen van de criteria die de redactie gebruikt bij haar beoordeling.